EXPOSITIE MOED X MUSEUM ARNHEM
Resilience in Times of Destruction

2014

Otobong Nkanga, In Pursuit of Bling, The Discovery

Het werk van Otobong Nkanga (geboren in Kano, Nigeria in 1974) bestaat uit verschillende soorten media, variërend van performance, fotografie, illustratie, installatie en video. Dit multimediale perspectief komt ook terug in haar installatie In Pursuit of Bling, waar ze werkt met gewoven textiel, video, geluid, print en objecten. Nkanga onderzoekt met haar werk sociale en topografische veranderingen in het milieu om zo discussies aan te gaan over menselijke connecties met natuurlijke materialen en grondstoffen. In Pursuit of Bling belicht koloniaal geweld en dwingt de kijker na te denken over de oorsprong van mineralen in hun omgeving en de producten waar ze tot getransformeerd worden. Nkanga onderzoekt hoe mineralen worden getransporteerd door verborgen economieën en hoe deze mineralen vervolgens worden getransformeerd naar aantrekkelijke gebruiksvoorwerpen. Nkanga’s werk werpt een licht op de aantrekkingskracht van dat wat glimt en schittert en hoe de mens er alles aan doet om de waardevolle grondstoffen daarvan te bemachtigen – met uitputting van de aarde als gevolg – en deze te verwerken tot glimmende objecten. Hierbij gaat het Nkanga om de manier waarop de transformatie van deze verschijningsvormen tot stand komt, en wat de consequenties zijn voor de mens en zijn ecosystemen.

2014 Otobong Nkanga, In Pursuit of Bling

In Pursuit of Bling neemt de menselijke fascinatie voor ‘bling bling’ als uitgangspunt en onderzoekt de verschillende staten van ‘mica’, een term die afstamt van het Latijnse woord ‘micare’, wat ‘glans of ‘bling’ betekent. Steeds gaat het Nkanga om vragen als: hoe belanden grondstoffen van de ene plek op de andere, hoe worden ze getransformeerd van de ene verschijningsvorm (mineraal) tot een andere (bijvoorbeeld make-up of smartphones), wat zijn de consequenties voor de mens en zijn omgeving, wat voor effect heeft dit op het ecosysteem en het milieu, en wat zijn de koloniale implicaties van dit proces?

In Pursuit of Bling bestaat uit verschillende kunstwerken en objecten die de connectie tussen het koloniale verleden en de destructie van de natuur in het heden opzoeken en belichten. Het wandkleed The Discovery toont de moleculaire structuur van het micamineraal in combinatie met motieven die refereren naar landkaarten en de locaties van kostbare materialen. Op omringende tafels liggen mica’s en hun bewerkingsmogelijkheden tentoongesteld.

© Otobong Nkanga, In Pursuit of Bling (installation view), 2014. Foto copyright Eva Broekema, Collectie Museum Arnhem.

Otobong Nkanga, In Pursuit of Bling, The Transformation

Otobong Nkanga, In Pursuit of Bling, Transformation

Het wandkleed The Transformation toont een man- en vrouw figuur met hoofden die de vorm aannemen van abstracte landschappen. Deze landschappen refereren naar de exploitatie en de handel van natuurlijke grondstoffen, zoals koper.

© Otobong Nkanga, In Pursuit of Bling (installation view), 2014. Foto copyright Eva Broekema, Collectie Museum Arnhem.

Otobong Nkanga, In Pursuit of Bling

Otobong Nkanga, In Pursuit of Bling

Op sommige tafels die onderdeel zijn van In Pursuit of Bling zweven mineraalstenen, en twee andere tafels bevatten beeldschermen. Een video toont abstracte beelden van doorschijnende mica’s en de ander toont beelden van het dak en de torenspits van de Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche in Berlijn. Het dak en de torenspits zijn gemaakt van koper, een grondstof die wordt gewonnen in voormalige Europese koloniën. In deze video is Nkanga zelf te zien met een driehoekig sculptuur van kopercarbonaat op haar hoofd. Het koper van het dak en de torenspits van de kerk en Nkanga’s hoofddeksel komt uit de Green Hill, een Duitse mijn voor koperinning bij de stad Tsumeb in Namibië. De mijn is nu deels afgesloten wegens uitputting; een reusachtig gat met delfafval is al wat resteert. Alle  rijkdom  die  ooit  in  de  grond  heeft  gezeten,  schittert  nu  elders. Foto’s  van  Green  Hill  liggen  als  stille  getuigen  op tafels. In Nkanga’s installatie wordt de problematiek van de huidige tijd op subtiele wijze verbonden met het koloniale verleden. Het werk roept vraagstukken op waarmee toekomstige generaties geconfronteerd zullen worden, zoals discussies over het Antropoceen en zijn relatie tot kolonialisme en kapitalisme.

© Otobong Nkanga, In Pursuit of Bling (installation view), 2014. Foto copyright Eva Broekema, Collectie Museum Arnhem.

Zanele Muholi, Hate Crime Survivor, 2004.

2004

Zanele Muholi, Hate Crime Survivor

Zanele Muholi (geboren in Umlazi, Zuid-Afrika in 1972) is visueel activist en fotograaf en werkt en woont in Johannesburg. Muholi’s zelfbenoemde missie is “het herschrijven van de visuele geschiedenis van zwarte queer- en transpersonen in Zuid-Afrika, om aan de rest van de wereld hun bestaan en weerstand te tonen, op het hoogtepunt van hatecrimes in Zuid-Afrika en verder”. Hun werk focust zich op de kruispunten van seksueel geweld, HIV, racisme, homofobie en transseksualiteit.

Zanele Muholi, Hate Crime Survivor, 2004.

Muholi’s werk bekritiseert het idee dat lesbische praktijken niet voorkomen in Afrikaanse culturen en dat homoseksualiteit een overblijfsel is van koloniale tijden. Muholi’s werk biedt een radicale breuk met stereotype narratieven over zwarte vrouwelijke seksualiteiten. In het tweeluik Hate Crime Survivor/Case Number uit 2004 portretteert Muholi lesbische vrouwen die seksueel geweld hebben overleefd en de vodjes papier die zij ontvangen als bewijs van aangifte op het politiebureau. In Zuid-Afrikaanse townships worden deze gevallen van seksueel geweld ‘corrective rapes’ genoemd, waarin lesbische vrouwen herhaaldelijk seksueel worden misbruikt in een poging hen te veranderen in ‘echte Afrikaanse vrouwen’. In de fotoreeks vestigt Muholi de aandacht op deze toenemende gevallen van verkrachting en moord op vrouwen wegens hun seksuele voorkeur in Zuid-Afrika en onderzoekt de dynamiek van de zwarte lesbische identiteit door beelden van relaties en seksuele intimiteit te tonen waarbij ze de kwetsbare en persoonlijke momenten documenteert. Echter, de gezichten van de vrouwen die Muholi projecteert worden buiten wege gelaten, om zo te benadrukken hoe de vrouwen structureel worden genegeerd door dominante machtsstructuren.

(Hate Crime Survivor is het eerste deel van het tweeluik met Case Number, tekst gaat verder bij de volgende afbeelding)

© Zanele Muholi, Hate Crime Survivor / Case Number, 2004, Collectie Museum Arnhem.

Zanele Muholi, Case Number, 2004

2004

Zanele Muholi, Case Number

Zanele Muholi, Case Number, 2004

Case Number toont een onpersoonlijk, slordig geschreven papiertje van een aangifte over verkrachting en seksueel misbruik, dat is meegegeven aan een overlever van verkrachting na het rapporteren van het incident op het politiebureau. Het papiertje representeert het gebrek aan wetgeving in Zuid-Afrika voor deze  hatecrimes, terwijl minstens 500 lesbische vrouwen deze corrective rapes ieder jaar overleven. Deze vorm van verkrachting is niet gecategoriseerd als hatecrime, waardoor bewegingen die proberen een eind te maken aan deze incidenten worden ondermijnd.

Muholi geeft het verhaal van corrective rapes een andere wending door ook aandacht te vestigen op het vormen van een positieve beeldvorming over de zwarte lesbische leefwereld in Zuid-Afrika. Voor Muholi is het belangrijk dat niet alleen de negatieve kanten van homoseksualiteit worden belicht in termen van slachtofferschap en seksueel geweld, maar ook de positieve kanten, zoals te zien is in de omvangrijke serie Faces and Phases: Siyafana (we zijn allen hetzelfde) waaraan de fotograaf en visueel activist sinds 2006 werkt.

© Zanele Muholi, Hate Crime Survivor / Case Number, 2004, Collectie Museum Arnhem.