Slakkenslijm: Een Verschuiving in Perspectief
GIJSJE HEEMSKERK IN GESPREK MET PAUL GEELEN
Paul Geelen is beeldend kunstenaar en woont en werkt in Amsterdam. Zijn werk wordt voor een groot deel gekenmerkt door zijn samenwerking met slakken.
De esthetiek van slakkenslijm
Gijsje Heemskerk (GH): Hoe is jouw fascinatie voor slakken ontstaan?
Paul Geelen (PG): Op een gegeven moment had ik een moestuintje, die ik onbedoeld en ongewild deelde met slakken. Daar is mijn fascinatie begonnen. Ik wilde de groenten niet persé delen, maar de slakken hielden er een andere mening op na. Ik heb toen een aantal slakken opgepakt, naar binnen gebracht en in een potje gedaan en ben ze gaan bestuderen. Mijn fascinatie voor de slak is ontstaan door een behoefte aan een ander perspectief. Binnen mijn werk heb ik mijn eigen perspectief altijd als belemmerend ervaren. Ik erger me al aan een simpele penseelstreek die ik gemaakt heb. Ik werk zodoende graag met anderen samen en creëer op die manier een situatie waarin ik onmogelijk over alles controle kan hebben.
GH: Wat is het eerste kunstwerk dat je samen met slakken hebt gemaakt?
PG: Het eerste kunstwerk dat ik samen met slakken maakte, was eigenlijk antropocentrisch en gemeen tegenover de slak. Dat is het trouwens nog steeds wel een beetje, alhoewel ik daar steeds meer verandering in probeer te brengen. Dat is een geleidelijk proces, ik begrijp de slakken steeds beter en mijn verhouding tot hen verandert. Het eerste werk dat ik met slakken maakte, ontstond kort voorafgaand aan mijn residentieperiode aan De Ateliers in Amsterdam. Daarbij liet ik slakken over koperen platen kruipen. Het gemene hieraan is dat het lichaam van de slak, en het materiaal koper, van nature op elkaar reageren en onderling voor een elektrische reactie zorgen. De slak komt dus onder een bepaalde spanning te staan, waardoor deze nog meer slijm produceert. Terwijl de slak van de plaat af probeert te komen ontstaat er een spoor, een esthetisch patroon. Deze platen presenteerde ik vervolgens als kunstwerken.
Dit werk bestaat uit een serie, ik heb dit proces door meerdere slakken laten uitvoeren. Tijdens het maken van de op één na laatste plaat gebeurde er iets bijzonders. De slak die ik op de plaat zette vluchtte namelijk niet, maar kroop – vanuit een natuurlijk zelfverdedigingsmechanisme – in zijn huisje en sloot deze af. Om de slak toch in beweging te krijgen, maar tegelijkertijd me niet te bemoeien met de vorm van het slijmspoor, besloot ik er een tweede slak bij te zetten. Deze slak kreeg de andere slak inderdaad in beweging, maar ze kropen niet van de plaat af. In plaats daarvan begonnen de slakken aan een paringsdans. Blijkbaar was de spanning niet enkel belemmerend, of werd er binnen de evolutieleer vanuit een reflex het voortbestaan van een soort veiliggesteld.
De slak als martelaar
GH: Welke positie hebben de slakken binnen jouw praktijk?
PG: Ik leer veel van de slak. Zoals ik al zei, twijfel ik al bij mijn eigen handschrift. Een slak maakt door simpelweg zich vooruit te bewegen al een prachtige vorm. Ik ben een behoorlijke control freak en door met de slakken samen te werken, ondervind ik hele nieuwe vrijheden en uitdagingen. Dit is ook heel dubbel, want het gaat ten koste van de vrijheid van de slakken. Die leven namelijk in gevangenschap bij mij. Aan de andere kant houden ze mij ook gevangen, want mijn hele dagindeling berust op het ritme van de slakken. Een dagtaak, waarbij ik ze wekelijks voer en verschoon. Op een gegeven moment had ik 2500 slakken en veranderde ikzelf een beetje in een slak. Momenteel [ten tijde van het interview, red.] zijn ze in winterslaap, dit duurt van november tot maart waardoor ik nu even niet zoveel te doen.
Ik ben gefascineerd door het slijm dat de slakken produceren. Voor een specifiek werk heb ik lange tijd de slakken gemolken. Hiervoor heb ik onderzoek gedaan in Chili bij een cosmetisch bedrijf. Daar gebruiken ze slakkenslijm voor onder andere crèmes. Hoe ze daar de slakken melken is verschrikkelijk. Ze worden in een bad met azijn gegooid waarbij alleen de sterkste overleven. Later wordt slijm en azijn weer van elkaar gescheiden en gebruikt als ingrediënt voor het cosmetische product.
Ik ben me erg bewust van het martelaarschap van de slakken en verwijs hier dan ook bewust naar binnen mijn werken, zij het op een (in)directe of op een poëtische manier. Ik ben ooit op een verhaal gestuit over Boeddha. In dit verhaal valt hij ergens in de zon in slaap. Slakken zijn toen op zijn hoofd gaan zitten om hem te beschermen tegen de zon en het te hard nadenken. De slakken zijn zich daar permanent gaan vestigen, als martelaren voor Boeddha. Op de kitsch beelden, die je tegenwoordig op iedere willekeurige straathoek kan kopen, zie je Boeddha vaak afgebeeld met van die dopjes op zijn hoofd: dat zijn dus de slakkenhuisjes. Ik heb voor een werk twee van zulke beelden gekocht, 3D-gescand en vervolgens op een grootte nagemaakt waarbij de dopjes op zijn hoofd even groot zijn als echte slakkenhuisjes. Vervolgens heb ik aan deze sculpturen (naar aangepast recept) een bronsglazuur toegevoegd. Tijdens het tentoonstellen van dit werk krijgen de slakken de mogelijkheid hier overheen te kruipen, welke wederom allemaal sporen vormen. Door een chemische reactie tussen de bronslaag en het slijm ontstaan er in gelaagdheid verschillende kleuren, wat resulteert in een soort van activering, performance of ritueel tussen en sculptuur.
GH: Waarom ben je zo lang met slakken blijven werken?
PG: Ik werk nu zo’n zeven jaar met slakken. Soms werk ik niet eens aan een specifiek project of werk, maar dan moet ik ze toch elke dag verzorgen. Eén van de redenen waarom ik met slakken werk is om een verschuiving in perspectief te veroorzaken. Het is een heel andere levensvorm dan de mens en de wereld van de slak voltrekt zich ook op een hele andere schaal. Voor mij is het belangrijk om de wereld te zien vanuit een ander perspectief dan enkel het menselijke. Dit heeft verschillende redenen, het verrijkt onder andere je wereldbeeld. Zo’n verschuiving in perspectief kan in principe door van alles veroorzaakt worden, maar bij mij is dit gebeurd door de slak.
Slakkenslijm als levenselixer
GH: Aan welke projecten werk je momenteel en hebben de slakken hier wederom een rol in?
PG: Ik werk al een langere tijd aan iets wat ik een ‘levenselixer’ noem. Ik heb het idee van ‘een cosmetisch schoonheidsproduct gemaakt van slakkenslijm’ uit zijn verband getrokken. Het is de bedoeling van zo’n product dat het de rimpels weghaalt, je zou het dus kunnen zien als een verjongingsmiddel. Of, als je verder associeert, een levenselixer. Ik wil met de cosmetische belofte van zo’n crème een hedendaagse mythe creëren. Ik wil op een wetenschappelijke wijze fictie onderzoeken.
Om dit idee uit te kunnen voeren heb ik wetenschappers nodig die me beproeven en een aantal tests willen uitvoeren. Tot nu toe gaat het vinden van de juiste ingang nog wat moeizaam. Wetenschappers werken geheel terecht opbouwend en met doelen vanuit een eigen betrouwbare achterban of een te weerleggen traditie. Ik ben daarin natuurlijk niet echt een partij, maar hopelijk binnenkort een uitzondering met het voordeel van de twijfel. Het gaat mij juist om een kruisbestuiving waarbij specialisme de inwisselbaarheid verkleint, en toepassing vergroot. Eén van de dingen die ik met een wetenschapper wil onderzoeken is het houdbaar maken van het slakkenslijm. Zodat ik de slakken niet steeds opnieuw hoef te ‘melken’. Ik wil het houdbaar maken, maar volgens eigen recept. Niet door zomaar iets willekeurigs toevoegen. Daarvoor vind ik het ironische aspect van een bedervend levenselixer namelijk weer te mooi.
Tijdens mijn onderzoeksperiode in Chili kwam ik erachter dat daar de oudste mummies van de wereld te vinden zijn. Die zijn nu echter, door de plotselinge klimaatveranderingen, gaan ontbinden. De bacteriën die dit ontbindingsproces veroorzaken scheiden een zwart slijm uit. De slakken scheiden daarentegen een doorzichtig slijm uit. Dit contrast vind ik heel mooi en ik ben nu op het idee gekomen om dit zwarte slijm toe te voegen aan het elixer. Ik kan alleen niet zomaar een stuk van die mummies meenemen. Momenteel ben ik in gesprek met een onderzoeker van de Technische Universiteit Delft. Volgens hem is de bacterie die dit veroorzaakt bij de mummies niet moeilijk te vinden, omdat hij op de menselijke huid leeft. Dit is iets wat ik het aankomende jaar verder ga onderzoeken.
Een ander project waar ik nu aan werk heeft te maken met de voortplanting van de slak. Slakken schieten, voordat ze seks hebben, een liefdespijl op elkaar af. Dit zijn minuscule pijltjes, die gek genoeg erg lijken op het werk Bird in Space van beeldhouwer en schilder Constantin Brâncuși. De pijlen functioneren als een hormooninjectie die de kans op een succesvollere voorplanting vergroten. Deze slakkenpijltjes verzamel en presenteer ik als ready-made kunstwerk gemaakt door de slak. Daarnaast maak ik ook exacte kopieën op schaal, zodat ze net zo groot zijn voor de mens als dat de originele zijn voor de slak Ik heb nu een editie pijlen in aluminium, brons en glas. Daarnaast werk ik momenteel aan een script/instructie waarin ik een stappenplan heb geschreven over hoe je kan veranderen in een slak.
Paul Geelens werk was meest recentelijk te zien in de groepstentoonstelling ‘microperformances – handle with care courage’ in de tentonstellingsruimte Q18, Quartier am Hafen in Keulen (DE).
Klik hier voor de website van Paul Geelen.
Gijsje Heemskerk is beeldend kunstenaar en filosoof. Zij studeerde Wijsbegeerte en Arts and Culture aan de UvA. Tijdens haar studie heeft ze zich voornamelijk verdiept in het posthumanisme en kunst en dieren. Haar werk bestaat onder andere uit teksten, performances, sculpturen, tekeningen en schilderijen en verwijst naar folklore, ‘outsider art’ en kindertekeningen.